Wetsvoorstel “Wet werken waar je wilt” afgewezen. Dit moet uw OR regelen.
De Eerste Kamer heeft eind september het voorstel voor de “Wet werken waar je wilt” afgewezen. Een meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat het voorstel geen meerwaarde heeft. Door dit besluit behoudt u als werkgever meer vrijheid als uw werknemer een thuiswerkverzoek indient. Met andere woorden, thuiswerken blijft een afspraak tussen u en uw werknemer. Op het moment dat daarbij géén sociale partners betrokken zijn, is dit een taak van de Ondernemersraad (OR). In dit artikel leest u hier meer over.
Wat hield de “Wet werken waar je wilt” in?
Met het voorstel “Wet werken waar je wilt” zouden uw werknemers meer recht krijgen op thuiswerken. Het thuiswerken werd met dit voorstel wettelijk mogelijk gemaakt. Uw werknemer zou een verzoek in kunnen dienen om thuis te werken en u zou dit verzoek dan niet zomaar mogen weigeren. Dit verzoek moest u volgens het wetsvoorstel op dezelfde manier behandelen als een verzoek om aanpassing van de werktijd of arbeidsduur.
Als uw werknemer een verzoek indiende om thuis te werken, moest u dat verzoek in principe accepteren. Deze regel gold specifiek voor werken vanaf het thuisadres (woonadres). Het woonadres mocht zich bevinden buiten Nederland, maar niet buiten de Europese Unie. Alleen in gevallen waarin er belangrijke bedrijfs- of dienstbelangen in het geding waren, mocht u het verzoek om thuis te werken afwijzen.
In de huidige Wet flexibel werken is het mogelijk om een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats na overleg met uw werknemer af te wijzen. Met de nieuwe wet kon afwijzing alleen plaatsvinden met een zeer goede reden, op basis van redelijkheid en billijkheid.
Wetsvoorstel afgewezen
Het idee was dat werknemers door het wetsvoorstel juridisch sterker zouden staan, terwijl werkgevers nog steeds ruimte hadden voor maatwerk. Niettemin zijn verschillende partijen in de Eerste Kamer van mening dat dit wetsvoorstel niet erg concreet is en een onnodige toevoeging is aan de bestaande wetgeving, aangezien de regeldruk voor werkgevers al hoog is. Bovendien vinden zij dat werkgevers en werknemers hier prima zelf afspraken over kunnen maken op basis van de huidige regels, eventueel via collectieve overeenkomsten in een cao of arbeidsvoorwaardenregeling. Enkele partijen die in de Tweede Kamer vóór het wetsvoorstel stemden, keerden zich in de Eerste Kamer tegen het voorstel. Hierdoor ontbrak de benodigde meerderheid voor goedkeuring van de wet.
Thuiswerken en de taak van de ondernemersraad
De Ondernemingsraad (OR) beschikt over instemmingsrecht bij regelingen die betrekking hebben op arbeidsomstandigheden in een organisatie (artikel 27, lid 1d WOR) en heeft als taak ervoor te zorgen dat u als werkgever verantwoordelijkheid draagt voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden (artikel 28, lid 1 WOR). Een goed uitgewerkt beleid met betrekking tot thuiswerken kan hierbij van essentieel belang zijn.
De OR dient zich daarom in te spannen om samen met de bestuurder afspraken te maken over thuiswerken.
Arbeidsplaats wijzigen
Uw werknemers behouden het recht om op basis van de Wet flexibel werken nog steeds eenmaal per jaar een verzoek in te dienen om de arbeidsplaats te wijzigen, bijvoorbeeld naar (deels) thuiswerken. U bent verplicht om dit verzoek serieus te overwegen en met uw werknemer te bespreken, maar u kunt het verzoek eenvoudig afwijzen.
In tegenstelling tot het voorstel voor de Wet werken waar je wilt, waarbij een zorgvuldige afweging (‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid’) van zowel werkgevers- als werknemersbelangen werd vereist, gaat het in de huidige situatie feitelijk om het creëren van een werkplek thuis. U draagt namelijk de verantwoordelijkheid voor het bieden van een gezonde en veilige werkomgeving, die niet overal kan worden gegarandeerd. Hoewel de Arbeidsinspectie kan controleren of de thuiswerkplek aan de vereisten voldoet, gebeurt dit in de praktijk maar zelden.
Heeft u vragen?
Neem dan contact met ons op via info@felixxwerkt.nl of 085-083 10 00.