Maximale uitkeringsduur WW weer terug naar drie jaar
Maximale uitkeringsduur WW weer terug naar drie jaar
De komende weken wordt duidelijk of de sociale partners uitvoering kunnen gaan geven aan het terugdraaien van de WW-versobering uit 2016. Na de verplichte advisering door de Raad van State dient het demissionaire kabinet hiermee in te stemmen maar de verwachting is dat dit zal gebeuren.

Hoe zat het ook alweer?
De WW is op basis van het sociaal akkoord sinds 1 januari 2016 op twee punten versoberd:
werknemers bouwen minder snel WW rechten op;
de maximumduur van de uitkering is verkort.
Minder snel opbouwen
Vroeger leverde elk gewerkt jaar één maand WW-recht op, tot een maximum van 38 maanden. Nu leveren alleen de eerste tien jaar werken tien maanden recht op een uitkering op. Daarna krijgt men nog maar twee weken WW-recht per gewerkt jaar. Dit met uitzondering van de WW-rechten die iemand vóór 2016 had opgebouwd, die blijven staan.
Verkorting van de maximumduur
De looptijd van de werkloosheidsuitkering werd verkort tot maximaal 24 maanden.
Hoe gaat het er dan nu uit zien?
Als de plannen definitief worden dan wordt het derde jaar werkloosheidsuitkering voor werkloze ouderen weer in ere hersteld. Echter om aan de maximale uitkeringsduur van drie jaar te komen moet iemand bijna zijn hele leven gewerkt hebben. Des te langer je gewerkt hebt des te langer de uitkering. In de praktijk betekent dit dat de drie jaar alleen haalbaar is voor ouderen.
Wie betaalt de WW?
De extra kosten van deze reparatie zal door de werknemers in de vorm van extra premie moeten worden betaald. De verwachting is dat een werknemer met een modaal salaris straks ca. € 130,- extra premie per jaar gaat betalen.
Wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op.