Help! Verschillende pensioenleeftijden, hoe zit dat?
Dagelijks helpen wij werknemers met hun pensioenvraagstukken. Dit doen wij aan de hand van 1-op-1 pensioengesprekken. Dit zijn gesprekken waarin wij werknemers inzicht geven in hun inkomen voor later. Tijdens bijna elk gesprek wordt ons de volgende vraag gesteld: mijn pensioenleeftijd is 67 jaar, maar in mijn pensioenregeling staat 68 jaar. Hoe kan dit? Mis ik hierdoor geen pensioenopbouw, want ik bouw in mijn laatste werkende jaren toch het meeste pensioen op? Kan ik eerder stoppen met werken? Hoeveel pensioen kost mij dit? Deze vragen zijn het gevolg van het door elkaar gebruiken van de begrippen pensioenrichtleeftijd en AOW-leeftijd.
AOW
AOW is het basispensioen van de overheid. De AOW-leeftijd hangt af van de geboortedatum van de werknemer. De AOW-leeftijd wijzigt als gevolg van de stijgende levensverwachting. In 2023 is aangekondigd dat de AOW-leeftijd in 2028 met drie maanden stijgt. Voor een werknemer die geboren is in 1961 is de AOW-leeftijd 67 jaar. De verwachte AOW-leeftijd van werknemers die een jaar later geboren zijn, is 67 jaar en 3 maanden.
Pensioenrichtleeftijd
De pensioenrichtleeftijd heeft betrekking op het pensioen dat via de werkgever is geregeld. Doordat onze levensverwachting toeneemt, stijgt ook de pensioenrichtleeftijd. Zo hebben wij de laatste jaren de pensioenrichtleeftijd zien stijgen van 65 jaar naar 67 jaar en vervolgens naar 68 jaar. Als de AOW-leeftijd stijgt, moet ook de pensioenrichtleeftijd in de pensioenregeling aangepast worden. Omdat dit niet gewenst is (denk aan nieuwe juridische documenten, communicatie naar de werknemers en veel administratie), is bepaald dat de pensioenrichtleeftijd aangepast is aan de stijgende AOW-leeftijd. De meeste pensioenregelingen houden dus al rekening met de stijgende AOW-leeftijd tot 68 jaar.
Eerder stoppen met werken
Een werknemer wenst te stoppen met werken op zijn AOW-leeftijd. Vervolgens wordt de pensioenrichtleeftijd van 68 jaar vervroegd naar de AOW-leeftijd. Het gevoel overheerst dat het vervroegen van de pensioenrichtleeftijd een groot deel van zijn pensioenuitkering gaat kosten. Het tegendeel is waar. Het eerder stoppen met werken kost natuurlijk wel iets van de pensioenuitkering, maar dit is op te lossen door te schuiven met de pensioenuitkering. De werknemer mag bijvoorbeeld een groter gedeelte van zijn pensioen laten ingaan vóór de AOW-leeftijd en vanaf de AOW-leeftijd ontvangt hij een lagere uitkering. Omdat de werknemer vanaf de AOW-leeftijd al een grote aanvulling op zijn pensioenuitkering krijgt door de AOW-uitkering, is er vanaf de AOW-leeftijd minder pensioen nodig.
Hoe kunnen wij helpen?
Met behulp van onze rekentool kunnen wij de werknemer precies laten zien wat het vervroegen van de pensioenrichtleeftijd kost en hoe het netto inkomen vanaf de pensioendatum eruit gaat zien. Heeft u een werknemer die tegen zijn pensioenleeftijd aan zit en worstelt met zijn pensioenleeftijd en pensioeninkomen? Bel of mail ons gerust voor meer informatie. Bent u als werkgever nieuwsgierig geworden naar wat wij uw werknemer tijdens zo’n 1-op-1 gesprek laten zien? Wij geven u graag een kosteloze demo!
Heeft u vragen?
Neem dan contact met ons op via info@felixxwerkt.nl of telefonisch via 085-083 10 00.